Blog,
07
november
2016
|
10:51
Europe/Amsterdam

Nathalie slim op weg naar een kinderfeestje

Samenvatting

Persoonlijk blog van schadeadviseur Nathalie met daarin haar eigen ervaringen rondom het vervoeren van kinderen tijdens een kinderfeestje. Ze zet op unieke manier de regels tegenover de werkelijkheid. 

Het is bijna half vier wanneer ik mijn auto parkeer aan school. Over enkele minuten begint het kinderfeestje van mijn dochter. Een groot feest, voor haar. Een horde hyperactieve en schreeuwende kleuters achterin je auto. Ik vind het heftig. De Interpolis campagne Slim op weg gaat over verkeersveiligheid. Veiligheid gaat over het verantwoord omgaan met risico’s. Erop anticiperen wanneer mogelijk. Daarom heb ik een strategie. Ik ga de kinderen uitputten op een plek met veel ruimte, en neem ze daarna hopelijk vermoeid mee naar huis. Op naar de speeltuin!

“Het is maar een kort ritje hoor”
In mijn 2,5 jaar rondhangen op het schoolplein heb ik van alles voorbij zien komen als het gaat over het vervoeren van kinderen. Ken je die commercial waarbij een dame met een honden uitlaatservice een lief meisje in prinsessenjurk ophaalt voor een kinderfeestje? Vergezocht zeg je? Niet bepaald. Kinderen achterin de kofferbak of met tweeën voorin op een zitplaats geflankeerd met de woorden “het is maar een kort ritje”. Is Nederland ‘overgereguleerd’ met al zijn regels? Zeker niet! Reden we een jaar of 40 jaar terug nog met 100 KM per uur op een rustige naoorlogse autoweg. Tegenwoordig rijden we bumper aan bumper. We rijden harder en we komen onderweg van alles tegen waarmee we rekening moeten houden. Het verkeer is enorm veranderd. Een kort ritje naar school onschuldig? Ontwijk maar eens een horde fietsende middelbare scholieren met smartphone. Dan gebeuren de gekste dingen. Veiligheid is terecht een thema.

Ook de wetgever is soms pragmatisch
Voor het kinderfeestje vroeg ik mij af hoe ik dat grut met een tekort aan autostoeltjes naar die speeltuin kreeg. Wat blijkt! De wetgever is, net als drukke ouders, ook weleens pragmatisch. Bij het incidenteel vervoeren van andermans kinderen zijn de regels wat soepeler. Incidenteel is bijvoorbeeld een kinderfeestje of jouw rijbeurt naar een uitwedstrijd van het voetbalteam van je kind. Neem jij iedere week je buurmeisje mee naar de zwemles? Niet incidenteel. Regel dan een passend kinderzitje. Kinderen vanaf 3 jaar mogen voor een klein incidenteel ritje (max. 50 KM) zonder zitje op de achterbank. Zolang ze maar op de juiste manier in de autogordel vastzitten. Concreet betekent dat: eigen kinderen in een zitje. Die van een ander niet.

Hoe zit het bij een ongeval?
Hoe zit het wanneer kinderen in jouw auto tijdens een rit gewond raken? 

  • Ben jij aansprakelijk? Dan wordt de schade geregeld op de WA-verzekering van je auto.
  • Niet aansprakelijk? Dan kloppen ze aan bij de WA-verzekering van de tegenpartij.
  • Is nog niet duidelijk wie aansprakelijk is? Als een zogenaamde ‘schuldloze derde’ mag een passagier een van de mogelijk aansprakelijke partijen aanspreken voor de schade. Die regelt het. De verzekeraars zoeken zelf uit wie uiteindelijk de rekening krijgt.
  • Lastiger wordt het wanneer niemand aansprakelijk is. Dit kan bijvoorbeeld wanneer de aanrijding het gevolg is van weersomstandigheden. De WA-verzekering zal in dat geval niets uitkeren. In een dergelijke situatie kun je nog wel terecht bij een inzittendenverzekering. Die sluit je aanvullend af bij je autoverzekering. Die doet niets met aansprakelijkheid.

Op naar de speeltuin!
Een geruststelling: voor de passagier wordt goed gezorgd. Maar als het om de veiligheid van kinderen gaat neem je geen risico. Zegt de wetgever dat ik de kinderen zonder zitje maar met autogordel mag vervoeren. Mij zit dat niet lekker. Ik zag het al voor me: mijn dochter op haar troon terwijl haar vriendjes zich maar moeten redden op de achterbank. Te klein om uit het raam te kijken. Hoe je dat oplost? Leg het bij de ouders. Een whatsapp groep was zo aangemaakt: 'ik heb onvoldoende zitjes. Ik wil jullie kinderen zo veilig mogelijk meenemen. Kunnen jullie een kinderzitje of stoelverhoger meenemen?’ Het werkte. Veiligheid wil elke ouder voor zijn kind. Moe maar voldaan van het spelen bracht ik kind plus zitje thuis.